



Het leven in het gastgezin was toch wel wat anders dan hier in België. Ik verbleef in een huis op een heuvel met als buren koeien. Die we dan ook af en toe appels te eten gaven. Ook had mijn gastgezin thuis 5 kippen en een kat. Het was dus toch even aanpassen aan het leven met dieren, maar dat bleek heel leuk te zijn.




We zijn met een van onze buddy’s, Katharina, naar het chocolademuseum geweest. We hebben een heel leuke ochtend gehad. We proefden van allerlei soorten chocolade. Kleine tip als je er zelf ooit eens naar toe zou gaan: het lekkerste komt op het einde. (; Daarna zijn we nog een museum gaan bezoeken, boven op een oude vulkaan en ’s avonds hebben we typisch Oostenrijks gegeten in de Bushenschanken.
Ook ik ben met mijn gastgezin, Viktoria, naar de chocoladefabriek geweest. Als deel van de fabriek was er een dierentuin, met koeien, ezels en zelfs alpaca’s die je kon aaien.


Een dagje Wenen mocht er ook niet aan ontbreken.







We hadden elke dag les van 7u30 tot 13u. Een groot verschil met de lessen in België. 6 uur lang je concentratie kunnen houden met enkel een kwartiertje pauze, is toch wel heel vermoeiend. In de vrije namiddagen gingen we af en toe naar de stad. Die lag op een tiental minuten van de school. Overal in de stad waren er kleine kraampjes te vinden waar ze Maroni’s maakten. Dit zijn gebakken kastanjes. Omwille van het Oostenrijks accent en het snelle spreken was het moeilijk om de taal te begrijpen, maar gelukkig ging het beter na de eerste week.